1720. Nadat zijn schepen schipbreuk hebben geleden, moet een geruïneerde koopman met zijn zes kinderen naar het platteland te verhuizen. Onder hen bevindt zich Belle, de jongste van zijn dochters, maar ook de vrolijkste en de charmantste. Tijdens een uitputtende reis ontdekt de koopman het magische domein van het Beest, die hem ter dood veroordeeld voor het stelen van een roos. Belle voelt zich verantwoordelijk voor het verschrikkelijke lot dat haar familie treft en ze besluit om de plaats van haar vader in te nemen. Op het kasteel van het Beest wacht Belle niet de dood, maar een vreemd leven, waar een sprookjesachtige wereld, vreugde en melancholie zich met elkaar vermengen.