De beeldhouwer Peter Brake, een vroege aanhanger van het nationaal-socialisme, is een tegenstander van de moderne kunst, die hij als gedegenereerd beschouwt. Om een statement te maken, creëert hij een standbeeld van Venus in de stijl van het oude Griekenland en begraaft dit in het bos. Toen het in 1930 werd opgegraven, werd aangenomen dat het een oud standbeeld was van tweeduizend jaar oud. Peter legt voor de rechtbank uit dat hij de maker van het beeld is, maar ze geloven hem niet en willen hem veroordelen voor meineed. De enige persoon die van de waarheid kon getuigen, is de jonge vrouw die model stond voor Peter. Maar aangezien ze nu getrouwd is met een burgemeester, wil Peter haar geen problemen bezorgen en zwijgt hij. Pas als ze hoort van het proces, legt ze een verklaring af.