Net als de meeste Israëlische jongeren moet Atalya het leger in. Ze heeft ernstige bezwaren tegen de rol van het leger in het Palestijns-Israëlische conflict en wil daar geen onderdeel van zijn. Tegelijk is ze bang dat mensen haar als verrader zien als ze weigert. Uitgebreid bespreekt ze haar voornemen met haar familieleden, die er verschillend over denken. Van een negentienjarig meisje met een sterk rechtvaardigheidsgevoel ontwikkelt ze zich gaandeweg tot boegbeeld van een groep jongeren die “nee” zegt tegen de bezetting.