Op Paaszondag 1939 stapte alt Marian Anderson naar een microfoon voor het Lincoln Memorial. Op de muren van het monument achter haar stonden de woorden ‘alle mensen zijn gelijk geschapen’. Anderson mocht vanwege haar ras niet optreden in Constitution Hall en zong in de open lucht voor het Amerikaanse volk. Geprezen als een stem die ‘eens in de honderd jaar opduikt’ door maestro’s in Europa en alom gevierd door zowel het blanke als het zwarte publiek thuis, was haar bekendheid niet genoeg geweest om haar te behoeden voor de vernederingen en het regelrechte geweld van racisme en segregatie. .